Zwangerschapsdiabetes

Vanaf de 24e week van jouw zwangerschap heb je kans dat je zwangerschapdiabetes krijgt. Dit is een tijdelijke vorm van diabetes die ontstaat doordat de panchreas niet genoeg insuline meer aan kan maken. Hierdoor krijg je te veel glucose in je bloed waardoor de baby te hard zal gaan groeien. De verloskundige houdt het risico hierop voor jou in de gaten. Als het vermoeden bestaat dat je zwangerschapsdiabetes hebt dan wordt je doorgestuurd naar het ziekenhuis voor een glucose-tolerantietest. Mocht je zwangerschapsdiabetes hebben dan wordt dat meestal behandeld met een dieet en word de groei van je baby extra goed in de gaten gehouden !

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes of zwangerschapssuiker is een vorm van diabetes die na de zwangerschap (heel vaak) weer verdwijnt. Meestal ontstaat het in week 24 tot week 32.
Tijdens de zwangerschap maak je zwangerschapshormonen aan die er voor zorgen dat insuline minder goed zijn werk kan doen. Insuline breekt suiker af in je lichaam. Je lichaam compenseert dit door extra insuline aan te maken. Als dit niet voldoende werkt (dus als je niet voldoende extra insuline aanmaakt) dan krijg je last van zwangerschapsdiabetes. Er blijft dan dus te veel suiker in je bloed zitten.
Als je eenmaal zwangerschapssuiker hebt gehad, is de kans dat dit bij een volgende zwangerschap terugkeert bijna 90%. Ook heb je een verhoogd risico op diabetes op latere leeftijd.

Risicofactoren

Niet iedere zwangere vrouw heeft even veel kans op zwangerschapsdiabetes. De volgende factoren verhogen het risico:

• Eerdere zwangerschapsdiabetes
• Een eerdere baby die meer dan 4 kg woog
• Overgewicht voor de zwangerschap
• Type 2 diabetes in de familie
• Hoog cholesterol of bloedsuiker

Preventief onderzoek

Op dit moment worden vrouwen met een verhoogd risico vanaf 24 weken onderzocht. Dit gebeurt door middel van een bloedonderzoek. Als het bloedonderzoek wijst op zwangerschapsdiabetes dan volgt een glucose-tolerantietest (suikerwatertest). Als je niet tot een risicogroep behoort dan zal je alleen onderzocht worden als de verloskundige iets vermoed. Bijvoorbeeld als je erg veel vruchtwater hebt (een grote baarmoeder) of als de baby erg hard groeit, als je veel dorst hebt en als je veel moet plassen.

Glucose-tolerantietest (suikerwatertest)

Om echt te testen of je zwangerschapsdiabetes hebt moet je een glucose-tolerantietest (suikerwatertest) afnemen. Dit gebeurt in het ziekenhuis. Eerst wordt je bloed afgenomen om te kijken wat de bloedwaarden zijn. Daarna moet je binnen 5 minuten een erg zoet drankje opdrinken waarna binnen 2 uur nog een aantal keer je bloed wordt afgenomen. Op basis van deze bloedwaarden kan worden gekeken of je werkelijk zwangerschapssuiker hebt.

Risico's voor de baby

Gelukkig voor de baby ontstaat zwangerschapsdiabetes pas later in de zwangerschap. Alle belangrijke organen zijn dan al gevormd waardoor het grootste risico al voorbij is. Toch kan zwangerschapsdiabetes gevaarlijk zijn. Doordat er te veel suiker in het lichaam van je baby komt gaat je baby zelf insuline aanmaken. Hierdoor zet je baby de sukers om in vet waardoor je baby te veel vet verzamelt en te snel groeit.
Ook voor de moeder is er wat risico want als je zwangerschapsdiabetes hebt heb je een vergrote kans op infecties.

Zwangerschapsdiabetes behandeling

Zwangerschapsdiabetes kan meestal onder controle worden gehouden met een aangepast dieet waarbij je suikers en koolhydraten zo veel mogelijk vermijd. Hierdoor lukt het vaak om de suikerspiegel laag genoeg te houden waardoor jij en je baby geen risico lopen. Lukt dit niet dan zul je tijdelijk insuline moeten spuiten.
Als er zwangerschapsdiabetes is vastgesteld dan kom je onder controle van een gynaecoloog en moet je in het ziekenhuis bevallen. De gynaecoloog zal meerdere groeiecho's maken om te kijken of je kindje niet te snel groeit en om te kijken hoe veel vruchtwater je hebt.
In veel gevallen, als de baby erg groot is, zal er in overleg met de gynaecoloog worden overlegd om de bevalling met 38 weken op te wekken. Anders zou de baby wel eens te groot kunnen zijn waardoor geboorte met een keizersnede nodig is